We zien dat het uitstaand kredietvolume van banken aan het totale bedrijfsleven in de eerste helft van 2012 een piek kende. Sindsdien is het uitstaand kredietvolume aan het (niet-financiële) bedrijfsleven teruggelopen. Sinds medio 2016 is het beeld gestabiliseerd. De verminderde vraag naar financiering van het bedrijfsleven heeft onder meer te maken met het populairder worden van bedrijfsobligaties als manier om de onderneming te financieren, maar ook met een verminderde kredietbehoefte van ondernemers. Ondernemers zijn zich na de crisisjaren conservatiever gaan financieren; ze bouwen buffers op en lossen meer vrijwillig af. Ten opzichte van voor de crisis is het uitstaand kredietvolume aan het totale bedrijfsleven (nominaal) ongeveer weer op hetzelfde niveau.
Bron: DNB
De Survey on the Access to Finance of Enterprises in the Euro Area (SAFE), laat zien dat de behoefte aan bankleningen en kredietlijnen de afgelopen jaren in Nederland is afgenomen. Van het mkb rapporteert bijvoorbeeld 60% dat zij geen financiering hebben aangevraagd vanwege voldoende beschikbare eigen middelen, terwijl het gemiddelde voor ondernemers in alle eurolanden op 43 % ligt. In het jaar 2009 was dit andersom. In dat jaar rapporteerde 34% van de Nederlandse ondernemers geen financiering aan te vragen vanwege voldoende eigen middelen, tegen een percentage van 37% in de eurozone. In vergelijking met België, Duitsland, Frankrijk en Italië ligt het percentage ondernemers dat aangeeft geen financiering aan te vragen vanwege voldoende eigen middelen het hoogst.
Bron: ECB
Ongeveer een derde van het volume aan uitstaande leningen door de grootbanken aan het mkb is kleiner dan 1 miljoen euro. In dit segment worden ook de meeste leningen aan het mkb verstrekt. Qua volume wordt de meeste financiering verstrekt in het segment boven de 1 miljoen.
Bron: DNB
Bancaire financiering is voor het midden- en kleinbedrijf verreweg de belangrijkste bron van financiering. In het tweede kwartaal van 2021 staat een totaal volume van EUR 122,66 miljard uit aan kredietverlening door de Nederlandse grootbanken aan het MKB.
Bron: DNB
Deze grafiek laat de verandering in het kredietvolume zien ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar. In de jaren 2014 tot 2017 is de kredietverlening aan het mkb jaar op jaar afgenomen. Sinds het tweede kwartaal van 2017 tot aan het tweede kwartaal van 2019 is de kredietverlening aan het grotere mkb juist weer zeven kwartalen op rij gegroeid. Ook vanaf het eerste kwartaal 2021 is er weer een sterke stijging te zien.
Sinds het jaar 2019 is een stabiel beeld in de kredietverlening aan het mkb terug te zien, zonder grote groei of afname van het totale kredietvolume.
Bij kredieten tot EUR 250.000 is tot en met Q3 2019 een daling te zien. Deze daling komt vrijwel volledig door een afname van de rekening-courant kredieten (bijvoorbeeld voor overbruggingsfinanciering of tijdelijke roodstand). Bij deze groep is het volume leningen (bijvoorbeeld voor investeringen) sinds 2014 stabiel.
Bron: DNB
De positieve ontwikkeling van de conjunctuur leidt tot een betere financiële positie van ondernemer. Bij een aanvraag kijkt de bank primair naar of de kasstroom voldoende is om rente en aflossingsverplichtingen te dragen en of een bedrijf voldoende eigen vermogen heeft om tegenvallers op te vangen. De huidige stand van de economie maakt ondernemers beter financierbaar en dit is terug te zien in de toewijzingscijfers. Daarnaast is ook de versoepeling van de kredietvoorwaarden door banken terug te zien in het aantal toe- en afwijzingen. In totaal wordt ruim 80 procent van de financieringsaanvragen volledig toegekend.
Bron: Panteia/ CBS
In vergelijking met andere bedrijfssegmenten en in vergelijking met andere eurolanden ervaart het microbedrijf in Nederland relatief vaak een afwijzing van een financieringsaanvraag. De cijfers lijken erop te duiden dat een groot percentage afwijzingen voortkomt uit de groep ondernemers die een zwakkere financiële uitgangspositie heeft. Microbedrijven hebben daarnaast ten opzichte van grotere bedrijven vaak geen of minder onderpand, of maken hiervoor gebruik van privévermogen.
Bron: Panteia/ CBS